Vertaling noce van Frans naar Nederlands
Wat is noce in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van noce van FR naar NL.
noce la ~
(jour des noces)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
bruiloftsfeest
het ~
huwelijksfeest
het ~
trouwerij
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met noce
noceur
-
présent de noce
-
aller faire la noce
-
noces
-
faire la noce
-
cadeau de noce
-
invité à la noce
-
noces villageoises
Recente vertalingen van FR naar NL
agir avec fermeté
-
inculpé
-
vedette du cinéma
-
river
-
insémination
-
personnes qui abandonnent
-
charme
-
prothèse dentaire
-
clerc
-
qui a beaucoup vu et beaucoup retenu
-
centraliser
-
en liège
-
laisser partir
-
trembler
-
télépathe
-
ronflant
-
peintre de genre
-
prolongé
-
centième
-
être apporté par le vent
-
programme dopération
-
licenciée
-
agiter le drapeau
-
boucler son budget
-
produit fini