Vertaling negocio van Spaans naar Nederlands
Wat is negocio in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van negocio van ES naar NL.
negocio el ~
(tienda)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
winkelbedrijf
het ~
bedrijf
het ~
handel
de ~
nering
de ~
zaak
de ~
negocio el ~
(comercio)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
handel
de ~
handelsverkeer
het ~
koophandel
de ~
negotie
de ~
negocio el ~
(casa de comercio)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
firma
de ~
bedrijf
het ~
onderneming
de ~
zaak
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met negocio
negocio al por mayor
-
negocio de ropa
-
negocios
-
negocios de estado
-
negocio en semillas
-
negocios de bolsa
-
negocio de ofertas
-
negocio en el comercio
Recente vertalingen van ES naar NL
visita
-
mandonear
-
acogida
-
barrera de seguridad
-
rajarse
-
zapatos pico
-
erguir
-
escuela de niños
-
subsidio de auxilio social
-
principado
-
hacer correr la voz
-
mota de polvo
-
bola de pelos
-
callejeo
-
propaganda
-
servicio de auxilio en carretera
-
orquídea
-
industria maderera
-
falta de carácter
-
accionistas
-
ensayo
-
pistola de agua
-
hidrofobia
-
declaración en contra
-
corteza