Vertaling naar van Nederlands naar Duits

hoteleigenaar - variëtékunstenaar - kindermoordenaar - spoorwegambtenaar - naar mogelijkheid gebruiken - winnaar - vliegen naar - gifmoordenaar - naar boven persen - wijzen naar - naargeestig - naar buiten kijken - karikatuurtekenaar - naarling - krante-eigenaar - uitkijken naar - naar beneden werpen - aartsleugenaar - verwijzen naar - weduwnaar - naar voren springen - uitzien naar - naar de andere kant drijven - voordrachtkunstenaar - loochenaar

zoolganger - schraperig - observatie - opponeren - non - inbezitname - perswee - sijs - sokkel - zakdoek - attest - te ruim zittende kleding - vastspelden - wraakgevoel - trustvorming - premiewoning - overtredingen - gemeenteambtenaar - waakvlam - avonturen - sluiphoek - bromfiets - dorpsstraat - vertrektijden - wegneembaar