1. Home
  2. Vertalen
  3. FR
  4. NL
  5. monter

Vertaling monter van Frans naar Nederlands

Wat is monter in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van monter van FR naar NL.

monter le ~
opwaarts rijden
oprijden
monter le ~ (sengager sur)
[werkwoord]
oprijden
monter le ~
opgaan
monter le ~ (aller en haut)
[werkwoord]
naar boven gaan
omhooggaan
monter le ~
bestijgen
monter le ~ (lever)
[werkwoord]
optillen
heffen
lichten de ~
omhoog brengen
omhoogheffen
opheffen
tillen
monter le ~ (escalader)
[werkwoord]
omhoogklimmen
klimmen
omhoog gaan
omhoogstijgen
stijgen
monter le ~ (lever)
[werkwoord]
naar boven tillen
omhoogheffen
monter le ~ (porter en haut)
[werkwoord]
naar boven dragen
naar boven brengen
naar boven tillen
omhoogdragen
opwaarts dragen
monter le ~ (mettre en scène)
[werkwoord]
in scene zetten
ensceneren
monter le ~ (être promu)
[werkwoord]
bevorderd worden
hogerop komen
zich opwerken
monter le ~ (hisser)
[werkwoord]
omhoogrukken
monter le ~ (sélever)
[werkwoord]
omhoogrijzen
oprijzen
rijzen
monter le ~ (se lever)
[werkwoord]
gaan staan
omhoogrijzen
opstaan
rijzen
monter le ~ (gravir)
[werkwoord]
uit een minder gunstige positie vooruitkomen
jezelf opwerken
opwerken
vooruitkomen
monter le ~ (faire du cheval)
[werkwoord]
paardrijden
monter le ~ (décoller)
[werkwoord]
opstijgen
omhoogkomen
opvliegen
monter le ~ (lever)
[werkwoord]
opstaan
gaan staan
omhoogkomen
verheffen
monter le ~ (escalader)
[werkwoord]
opklimmen
klimmen
opklauteren
monter le ~ (monter le chemin)
[werkwoord]
omhooglopen
monter le ~ (tirer vers le haut)
[werkwoord]
naar boven trekken
lichten de ~
omhoog rukken
omhoog trekken
monter le ~ (marcher en haut)
[werkwoord]
naar boven stappen
monter le ~ (grimper vers le haut)
[werkwoord]
naar boven klimmen
monter le ~ (escalader)
[werkwoord]
beklimmen
monter le ~ (assembler)
[werkwoord]
assembleren
in elkaar zetten
monteren
monter le ~ (prendre lair)
[zelfstandig naamwoord]
opstijgen
klimmen
omhoogkomen
stijgen
stijging de ~
monter le ~
omhoogstappen
monter le ~
opwaarts gaan

Woorden die beginnen of eindigen met monter

monter à voiture - faire monter - monter en grade - monter en courant - démonter - monter à la tête - monter avec précipitation - monter la tête à quelquun - monter une côte en voiture - remonter - aider à surmonter - monter à vélo - monter à bord - monter un bateau à - monter en lair - monter des escaliers - monter le chemin - monter à bord dun avion - monter en voiture

Recente vertalingen van FR naar NL

rafistolage - montagne calcaire - variant - avec rigidité - larger - gardiens dimmeuble - légumier - spécialiste du gaz - arrêt de bus - contre-porte - hélas! - agronomique - malentendant - capes - avec incertitude - impression couleurs - accroissement de la fortune - aménager - cessation - de façon non-arbitraire - charme gai - chauffeur - parc zoologique - sexologue - émondage
Reinier Korth - Freelance Web Developer