Vertaling met een kram vastmaken van Nederlands naar Zweeds

erbovenuit - pindakaas - kolenpakhuis - overwonnen - geruzie - stootband - keihard - met de nagels krabbelen - besnijden - negentien - georganiseerd gezelschap - stallantaarn - y-as - aspirant - koppelverkoop - tolereren - leestafel - gevoelsmens - van doornstruiken - kankerverwekkend - inworp - kolenwagen - koketterie - gevoelloosheid - een prestatie leveren