Vertaling marca van Spaans naar Nederlands

marca la ~ (marca comercial)
[zelfstandig naamwoord]

handelsmerk het ~

label de ~

merk het ~

marca la ~ (estigma)
[zelfstandig naamwoord]

wondteken van Christus

stigma het ~

marca la ~ (marca de calidad)
[zelfstandig naamwoord]

keurstempel

keurmerk het ~

marca la ~ (mancha)
[zelfstandig naamwoord]

smet de ~

vlek de ~

marca la ~ (récord)
[zelfstandig naamwoord]

record het ~

marca la ~ (boleto)
[zelfstandig naamwoord]

ontvangstbewijs het ~

reçu het ~

marca la ~ (contraseña)
[zelfstandig naamwoord]

merkteken het ~

kenteken het ~

onderscheidingsteken het ~

marca la ~ (rasgo característico)
[zelfstandig naamwoord]

merkteken het ~

eigenschap de ~

kenmerk het ~

merk het ~

marca la ~ (emblema)
[zelfstandig naamwoord]

merknaam de ~

merk het ~

marca la ~ (emblema)
[zelfstandig naamwoord]

logo het ~

marca la ~ (señal para ser reconocido)
[zelfstandig naamwoord]

herkenningsteken het ~

marca la ~ (línea de llegada)
[zelfstandig naamwoord]

finishlijn de ~

einde het ~

eindpunt het ~

eindstreep de ~

finish de ~

meet de ~

marca la ~ (estigma)
[zelfstandig naamwoord]

brandmerk het ~

marca la ~ (logotipo)
[zelfstandig naamwoord]

beeldmerk het ~

Vertaling marca van Spaans naar Nederlands

Wat is marca in het Nederlands?

Woorden die beginnen of eindigen met marca

Recente vertalingen van ES naar NL

Cookievoorkeuren

Vertaling marca van Spaans naar Nederlands

Wat is marca in het Nederlands?

Woorden die beginnen of eindigen met marca

Recente vertalingen van ES naar NL