Vertaling Mandat van Duits naar Nederlands
Wat is Mandat in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Mandat van DE naar NL.
Mandat das ~
(Autorisation)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
mandaat
het ~
licentie
de ~
procuratie
de ~
vergunning
de ~
volmacht
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Mandat
Recente vertalingen van DE naar NL
Tandem
-
Verbindungsstück
-
Käsekopf
-
Vorsitzende
-
Lachen
-
Beschlagnahme
-
aufessen
-
Stiefmutter
-
verächtlich
-
unstabil
-
fortdrücken
-
Deutlichkeit
-
Kreuzgelenk
-
ankotzen
-
Kursverläufe
-
durchgeritten
-
mit heißem Wasser übergießen
-
schief wachsen
-
Fürst
-
Vermutung anstellen
-
viertausendste
-
Karre
-
Flugzeugführerschein
-
zu sich hinziehen
-
gut versorgt