Vertaling maker van Nederlands naar Duits
Wat is maker in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van maker van NL naar DE.
maker de ~
(auteur)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Entwerfer
der ~
Autor
der ~
Erbauer
der ~
Erzeuger
der ~
Gestalter
der ~
Hersteller
der ~
Schöpfer
der ~
Urheber
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met maker
ijsmaker
-
stemmingmaker
-
potsenmaker
-
geldmaker
-
regenmaker
-
sigarenmaker
-
poppenmaker
-
kaartenmaker
-
lijstenmaker
-
kabaalmaker
-
geurmaker
-
wagenmaker
-
opmaker
-
korsettenmaker
-
messenmaker
-
slotenmaker
-
fietsenmaker
-
ruziemaker
-
poetsenmaker
-
laarzenmaker
-
kaasmaker
-
doodkistenmaker
-
stoelenmaker
-
tuigmaker
-
tijdslotenmaker
Recente vertalingen van NL naar DE
encyclopedie
-
snor
-
opruimen
-
generhande
-
ruimer
-
stroperig
-
humeur
-
geelheid
-
geleiden
-
Here
-
gelijkstroom
-
dichtstoten
-
vuilniszak
-
ophijsen
-
plankier
-
arbeidsmethodiek
-
vetvorming
-
koopvaardijvloot
-
werktuiglijk
-
listig
-
voortjagen
-
pragmatisch
-
petitie
-
aanname
-
turner