Vertaling levenspaar van Nederlands naar Frans
Wat is levenspaar in het Frans?
Hieronder vind je de vertaling van levenspaar van NL naar FR.Recente vertalingen van NL naar FR
friet
-
hagelslag
-
kanonkachel
-
garderobejuffrouw
-
inventaris
-
toeslag
-
geluksgetal
-
voorsteller
-
geloof aanhangen
-
uitgerekend
-
zelfzuchtige
-
graanopslag
-
tabaksbladeren
-
civilisatie
-
inkorten
-
verpleegtehuis
-
contant geld
-
lopend weggaan
-
hoorbuis
-
geoorloofd zijn
-
aangebrand
-
zondagmorgen
-
nomaden
-
scheepshaak
-
stamvaders