Vertaling Kurs van Duits naar Nederlands
Wat is Kurs in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Kurs van DE naar NL.
Kurs der ~
(Unterricht)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
onderricht
het ~
cursus
de ~
les
de ~
onderwijs
het ~
Kurs der ~
(Aktienkurs)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
gedrag
het ~
besturing
de ~
houding
de ~
leiding
de ~
plan
de ~
rijrichting
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Kurs
Kursfälle
-
Aktienkurs
-
Kurstafel
-
Wechselkurs
-
Kurslinie
-
Kursverlauf
-
Kurswert
-
Ausgabekurs
-
Kursistin
-
Kursnotierung
-
kursivieren
-
Kursblätter
-
Kursanzeiger
-
Kursbuch
-
Kursindex
-
Konkurs
-
kursivschreiben
-
Kurse
-
Kochkurs
-
Kursverluste
-
Kursschwankung
-
kursiv
-
kursnotierungen
-
Kursverfall
-
Devisenkurs
Recente vertalingen van DE naar NL
Kastanienblüte
-
siedend
-
Krücken
-
Viehdieb
-
offiziell
-
Schönschwätzereien
-
Rivale
-
ungeweiht
-
Klompottieren
-
Nougat
-
Gesellschaftskleid 3 oder Gesellschaftsanzug
-
selbstlos
-
Energieversorgungsbetrieb
-
Sicherung
-
Ausruf
-
Schwänzer
-
schweineartig
-
Verschonung
-
Fest für Brautigum
-
Jo-Jo
-
strahlenförmig
-
Außdruckskraft
-
Krankenversicherungsgesetz
-
Postur
-
Schrotpatrone