Vertaling Konjunktur van Duits naar Nederlands
Wat is Konjunktur in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Konjunktur van DE naar NL.
Konjunktur die ~
conjunctuur
de ~
Konjunktur die ~
(Staatsökonomie)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
staathuishoudkunde
de ~
economie
de ~
volkshuishouding
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Konjunktur
Recente vertalingen van DE naar NL
Kornbörse
-
Mühewaltung
-
Maurer
-
Fernsehkanal
-
Kleiderbügel
-
Gesichtsschmerz
-
Knauserigkeit
-
Theke
-
Ladenpassage
-
aufknüpfen
-
Sicherheit
-
Dockarbeiter
-
Tor bei einem Fußballspiel
-
verkloppen
-
Zuckerrübensirup
-
veilchenfarbig
-
Machtgier
-
Triller
-
schnauben
-
Reim
-
knitterarm
-
Aufsehen
-
Aufreißen
-
Mechanischkeit
-
Fehlmenge