1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. knapp

Vertaling knapp van Duits naar Nederlands

Wat is knapp in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van knapp van DE naar NL.

knapp (karg)
[bijvoeglijk naamwoord]
droog
schraal
schriel
knapp (bündig)
[bijvoeglijk naamwoord]
summier
bondig
knapp (kleinkariert)
[bijvoeglijk naamwoord]
kleingeestig
bekrompen
benepen
kleinzielig
knapp (eng)
[bijvoeglijk naamwoord]
van geringe breedte
eng
nauw
smal
smalletjes
knapp (unter dem Mindestmaß)
[bijvoeglijk naamwoord]
van geringe afmeting
klein
ondermaats
knapp (nicht im überfluss)
[bijvoeglijk naamwoord]
niet overvloedig
karig
krap
knapp (haarfein)
[bijvoeglijk naamwoord]
ragfijn
knapp (armselig)
[bijvoeglijk naamwoord]
pover
berooid
karig
mager
schraal
knapp (hauteng)
[bijvoeglijk naamwoord]
nauwsluitend
nauw
strak
knapp (dürftig)
[bijvoeglijk naamwoord]
pover
armzalig
karig
mager
schamel
schraal
knapp (knapp bei Kasse sein)
[bijvoeglijk naamwoord]
krap bij kas
knapp (mit wenig Platz)
[bijvoeglijk naamwoord]
met weinig ruimte
eng
krap
nauw
knapp (in-der-Nähe)
[bijvoeglijk naamwoord]
nabijgelegen
dichtbij
in de buurt
nabij
vlakbij

Woorden die beginnen of eindigen met knapp

knappe Notz - Knappheit - Knappsack - Knappe - knapp bei Kasse sein

Recente vertalingen van DE naar NL

Grenzenloskeit - angrenzen - geleitend - Balken - geringfügig - Bühnenanweisung - Wake - Senke - Zigarrenschere - Flugvermögen - Bretterboden - Wanderkrank - universitär - Exhibitionist - Stiefvater - Zufriedenstellung - Strom - andauernd - eingeschüchtert - ungelegen - Geldkreislauf - Gezappel - Lichtschacht - mitschwingen - Untersuchung des Schädels
Reinier Korth - Freelance Web Developer