Vertaling kleinhandelaar van Nederlands naar Duits
Wat is kleinhandelaar in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van kleinhandelaar van NL naar DE.
kleinhandelaar de ~
(detaillist)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Einzelhändler
der ~
Detailhändler
der ~
Detailhändlerin
die ~
Detaillist
der ~
Kleinhändler
der ~
Kleinkrämer
der ~
Kleinwarenhändler
der ~
kleiner Unternehmer
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met kleinhandelaar
Recente vertalingen van NL naar DE
kaasboer
-
rekwestrante
-
slopen
-
ambtsgenoten
-
goedkeuren
-
schriftkundige
-
bladwijzer
-
schapewolkje
-
annotatie
-
aankoopprijs
-
excuses aanbieden
-
gewinnen
-
georganiseerd
-
beleefdheid
-
koplamp
-
monoloog
-
begluren
-
onroerend-goedverzekering
-
vraagbaak
-
legeren
-
prostituee
-
kanaalgeld
-
natura
-
arceren
-
teerachtig