Vertaling kinderkamer van Nederlands naar Duits

spijzen - steenbokskeerkring - verplicht zijn - syntactisch - een gevolgtrekking maken - werkgemeenschap - ontmanteling - sprakeloos - oriëntatie op - kansspeelster - knekelhuis - scheppingsdrift - opkikkeren - haarbreed - onderdak verlenen - spirits - idiotisme - opvrolijking - denkvermogen - stomdroken - tasje - kredietbrief - machinist - kiesdistrict - ergens naartoe gaan