Vertaling kennis maken met van Nederlands naar Zweeds

kritiekloos - netel - luchtroute - huisnummer - onberekenbaar - de inventaris opmaken - vazal - cassatie - impasse - stijgvermogen - ouderejaars - gevangenissen - ongerede - indicatief - scheerders - Française - nachtmens - laten rusten - azen - vuursnelheid - koel - trolleybus - gezouten - goochelkunstje - naklinken