Vertaling kasteel van Nederlands naar Duits
Wat is kasteel in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van kasteel van NL naar DE.
kasteel het ~
(citadel)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Ritterschloß
das ~
Burg
die ~
Burgschloß
das ~
Fort
das ~
Schloß
der ~
Zitadelle
die ~
Woorden die beginnen of eindigen met kasteel
luchtkasteel
-
kasteelwal
-
kasteeltoren
-
kasteeltorens
-
kasteelheer
-
zandkasteel
-
ridderkasteel
Recente vertalingen van NL naar DE
buiteling
-
kaasbolletjes
-
een inbraak doen
-
openschroeven
-
veiligheidscommissies
-
aanbrengen
-
schatrijk
-
niettemin
-
potverteren
-
luid spreken
-
geneeskunde
-
op de achtergrond treden
-
rijksbijdragen
-
kielen
-
loodvergiftiging
-
beuzelarij
-
minachten
-
vernederen
-
comfort
-
betaalmiddel
-
grondtroepen
-
vlieginstructeur
-
trommelvel
-
elegie
-
geschiedenisles