Vertaling irritatie van Nederlands naar Duits

irritatie de ~ (aanstoot)
[zelfstandig naamwoord]

Irritation die ~

Ergernis das ~

Ergernisse die ~

Störung die ~

Ärger der ~

Ärgernis das ~

irritatie de ~ (wrevel)
[zelfstandig naamwoord]

Unmut der ~

Arger der ~

Erregbarkeit die ~

Gereiztheit die ~

Irritation die ~

Reizbarkeit die ~

Unwille die ~

Verdrießlichkeit die ~

Verdruß der ~

Verdrüsse der ~

Verstimmung die ~

Ärger der ~

Ärgernis das ~

irritatie de ~ (kriebels)
[zelfstandig naamwoord]

Prickel die ~

Anreize die ~

irritatie de ~ (korzeligheid)
[zelfstandig naamwoord]

Verdrießlichkeit die ~

Grämlichkeit die ~

Wat is irritatie in het Duits?