1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. immer

Vertaling immer van Duits naar Nederlands

Wat is immer in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van immer van DE naar NL.

immer (fortwährend)
[bijvoeglijk naamwoord]
altijd
constant
continu
doorlopend
immer
onophoudelijk
permanent de ~
steeds
voortdurend
immer (ständig)
[bijvoeglijk naamwoord]
steevast
altijd
immer (ewig)
[bijvoeglijk naamwoord]
voor altijd
altijd
altoos
eeuwig
immer
voor het leven
voor immer
immer (jedesmal)
[bijvoeglijk naamwoord]
iedere keer
elke keer
telkens
immer (ständig)
[bijvoeglijk naamwoord]
voortdurend
aldoor
almaar
continue
de hele tijd
gedurig
ononderbroken
onophoudelijk
steeds
telkens
immer (immer wieder)
[bijvoeglijk naamwoord]
steeds opnieuw
immer (immermehr)
[bijvoeglijk naamwoord]
immermeer
immer
immer (wiederholt)
[bijvoeglijk naamwoord]
herhaaldelijk
meermaals
telkens
veelvuldig

Woorden die beginnen of eindigen met immer

Glimmer - auf immer - Lehrerzimmer - Zwischenzimmer - Sitzungszimmer - Sprechzimmer - Ergeschoßzimmer - Stimmer - Empfangszimmer - Sterbezimmer - immer wieder - Schulzimmer - Staatszimmer - Klassenzimmer - so breit wie das Zimmer - Wartezimmer - Instrumentenzimmer - Verbandzimmer - Frauenzimmer - längliches schmales Zimmer - Hinterzimmer - Soldatenzimmer - Speisezimmer - übereinstimmer - Fremdenzimmer

Recente vertalingen van DE naar NL

Teestrauch - Asthma - Grobheit - Schmelzkessel - lernen - Verwandter - Taxpreis - Genosse - Entwicklungsgesellschaft - Schrecknis - Freiluft - dreiteilig - ausschlagen - Länderkampf - verlottern lassen - Probiernadel - Dresseur - hinsichtlich - Altar - Distanz - Arbeitszeit - Transit - durchtrieben - Seekarte - es liegt in der Art
Reinier Korth - Freelance Web Developer