Vertaling iemand van Nederlands naar Frans

iemand die gireert - iemand begunstigen - iemand toespreken - iemand die graag snoept - iemand nadoen - wispelturig iemand - iemand van de plaats dringen - iemand plezieren - iemand aanspreken - iemand die zich aanstelt - iemand iets aanrekenen - iemand tegemoet lopen - iemand eronder krijgen - iemand instoppen - iemand die voedt - iemand aansporen - iemand die een fakkel draagt - iemand tegemoet gaan - iemand genoegen doen - iemand onderdak verlenen - iemand een genoegen doen - heimelijk volgen van iemand - iemand in zijn vaarwater zitten - iemand toelaten - iemand in de peiling hebben

achterna - staat - ministersvergadering - verstouwing - voetreiziger - scherp zijn - zelfmoordcommandos - straatreiniging - aalscholver - doodvonnis uitvoeren - klemtoonteken - mogelijkheid - wetsherziening - knaphouden - doorgang - zedenmisdrijf - inventaris - soeplepels - bezorgd - banken - opvulsel - identiteit - hondenweer - wondkoorts - een beetje knippen