Vertaling iemand van Nederlands naar Engels

iemand eronder krijgen - iemand een genoegen doen - iemand aan wie iets gegeven wordt - iemand zijn uiterlijk - iemand overvallen met iets - iemand adresseren - iemand die sloopt - iemand die gireert - iemand iets aanrekenen - niemand - iemand nadoen - iemand die een fakkel draagt - iemand anders - iemand die voedt - iemand plezieren - iemand die letters zet - kroelen met iemand - iemand die zich aanstelt - iemand amuseren - iemand iets flikken - heimelijk volgen van iemand - iemand vervangen - iemand in de peiling hebben - iemand iets toestoppen - iemand genoegen doen

klimroos - handvuurwapens - saneren - in het oog lopend - leuning - uitwijken voor iets - tantaluskwellingen - kankerachtig - salarisverlaging - moeke - slome - amoreel - homoseksualiteit - tevens - Boerenoorlog - haantje de voorste - gevogelte - kersenboom - schootslijn - corps - tennis - ontginnen - overeind komen - aankomend - tolbeambte