Vertaling huwelijk van Nederlands naar Engels
Wat is huwelijk in het Engels?
Hieronder vind je de vertaling van huwelijk van NL naar EN.
huwelijk de ~
(echt)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
matrimony
the ~
consummation of marriage
the ~
marital state
the ~
marital union
the ~
marriage
the ~
matrimonial band
the ~
wedlock
the ~
Woorden die beginnen of eindigen met huwelijk
huwelijksreizen
-
huwelijksbureau
-
huwelijksbemiddeling
-
huwelijkskantoor
-
huwelijksgift
-
huwelijksuitzet
-
huwelijkskandidaat
-
huwelijksbemiddelingsbureau
-
huwelijkscontract
-
huwelijksband
-
huwelijksfeest
-
huwelijksgelofte
-
huwelijksplicht
-
huwelijksnacht
-
huwelijksrecht
-
huwelijksdag
-
huwelijksgeluk
-
huwelijksvoltrekking
-
huwelijksakte
-
huwelijksadvertentie
-
huwelijksgemeenschap
-
huwelijksplechtigheid
-
spoedhuwelijk
-
huwelijksaankondiging
-
verstandshuwelijk
Recente vertalingen van NL naar EN
yang
-
parelhoen
-
weefselvocht
-
snor
-
renpaard
-
sherry
-
zelfverdediging
-
schertsen
-
verhevigen
-
draagbaar
-
kleurentelevisie
-
kerktoren
-
brandmerk
-
iemand die snorkelt
-
gestolen goederen
-
bevolking
-
klisteren
-
presentator
-
geraas
-
interfereren
-
Ierse
-
loodblauw
-
coifferen
-
estafetteploeg
-
heksenproces