Vertaling humor van Spaans naar Nederlands

humor el ~

humor de ~

geestigheid de ~

humor el ~ (estado de ánimo)
[zelfstandig naamwoord]

humeur het ~

bui de ~

gemoedsgesteldheid de ~

gemoedsstemming de ~

gemoedstoestand de ~

stemming de ~

humor el ~ (estado de ánimo)
[zelfstandig naamwoord]

psychische toestand

gemoedsgesteldheid de ~

instelling de ~

stemming de ~

humor el ~ (capricho)
[zelfstandig naamwoord]

nuk de ~

bui de ~

gril de ~

kuur de ~

luim de ~

humor el ~ (instinto)
[zelfstandig naamwoord]

intuïtie de ~

gevoel het ~

instinct het ~

humor el ~ (impresión)
[zelfstandig naamwoord]

indruk de ~

humor el ~ (condición en que se halla alguien o algo)
[zelfstandig naamwoord]

gesteldheid de ~

positie de ~

staat de ~

toestand de ~

humor el ~ (estado de ánimo)
[zelfstandig naamwoord]

geestestoestand de ~

humor el ~ (condición del espíritu)
[zelfstandig naamwoord]

geestesgesteldheid de ~

psychische toestand

Wat is humor in het Nederlands?