Vertaling huisheer van Nederlands naar Spaans
Wat is huisheer in het Spaans?
Hieronder vind je de vertaling van huisheer van NL naar ES.
huisheer de ~
(kamerverhuurder)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
arrendador
el ~
conserje
el ~
dueño de la casa
el ~
dueño de la posada
el ~
dueño de una casa
el ~
hacendado
el ~
posadero
el ~
propietario
el ~
Recente vertalingen van NL naar ES
gekras
-
onontwarbaar
-
verwarming
-
uitreiker
-
rechtersambt
-
driftstroom
-
tafelgenot
-
moeilijk begaanbaar
-
boerenhuis
-
middagslaapjes
-
oorwarmer
-
knoedel
-
iemand nadoen
-
rotstuinen
-
overvaller
-
opgepropt
-
uitstalraam
-
tuighuis
-
opbotsen
-
indexcijfer
-
importverbod
-
lelijkheid
-
gespui
-
ridderkasteel
-
bakoven