Vertaling huisbewoner van Nederlands naar Engels
Wat is huisbewoner in het Engels?
Hieronder vind je de vertaling van huisbewoner van NL naar EN.
huisbewoner de ~
(bewoner)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
householder
the ~
inhabitant
the ~
lessee
the ~
lodger
the ~
renter
the ~
resident
the ~
tenant
the ~
Recente vertalingen van NL naar EN
sensatielust
-
hogeschool
-
in de omtrek
-
het bouwen
-
handgemeen
-
uitgeschreven
-
samengesteld geheel
-
lastpaard
-
uitbotten
-
pluisje
-
blusser
-
vleespastei
-
zo weinig
-
hemelbode
-
jongmens
-
naaldhak
-
Nederlandse
-
kamerplant
-
menopauze
-
wachttorens
-
eigenmaken
-
wedstrijdduur
-
loonbeleid
-
het zenden
-
siddering