Vertaling huisbewoner van Nederlands naar Duits
Wat is huisbewoner in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van huisbewoner van NL naar DE.
huisbewoner de ~
(bewoner)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Einwohner
der ~
Mieter
der ~
Mitbewohner
der ~
Zimmerbewohner
der ~
Recente vertalingen van NL naar DE
verstraler
-
buffet
-
colportage
-
verlet
-
ziften
-
gezelligheid
-
incasseren
-
kerkleer
-
gedichtenverzameling
-
zich kwijten
-
ontlokken
-
kleiachtig
-
versterken
-
volbloedigheid
-
met zijn allen
-
gevangenname
-
dode
-
schrijftafel
-
aanfok
-
lichtdruk
-
kattensprongen
-
schaamteloos
-
wegens
-
genomen
-
bijwonen