Vertaling houten van Nederlands naar Zweeds

zwaardhouten - houten hokken - houten pin - houten nagel - notenhouten - hardhouten - schouten - houten onderdeel - houten benen - slaghouten - houten been - houten pen - houten pinnen - houten plug - houten element - houten schoen - houten hok - beukehouten - houten pluggen - naaldhouten - teakhouten

voorbereidend werk - geschoktheid - niet gunnen - specimen - verbandmateriaal - vergelder - zouten - ongodsdienstig - nabestaande - Oostzee - vogelkenner - stoombad - staartvormige haardracht - voorjaarstijd - galmbord - spierreumatiek - geëxploiteerd - bespoedigen - verkleurbaar - stomverbaasd - geldeloos - niet-essentieel - pruim - sarcastisch - inschrijvingsvoorwaarden