Vertaling Heimat van Duits naar Nederlands
Wat is Heimat in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Heimat van DE naar NL.
Heimat die ~
(Heimatland)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
vaderland
het ~
bakermat
de ~
geboorteland
het ~
thuisland
het ~
Woorden die beginnen of eindigen met Heimat
Heimatstadt
-
Heimatfront
-
Heimatroman
-
Heimatland
-
Heimatkunde
-
heimatlos
-
heimatverbunden
-
Heimatboden
-
Heimatlose
-
heimatlicher Boden
-
Heimatsprache
-
Heimatvertriebene
-
Heimathafen
-
Heimatmuseum
Recente vertalingen van DE naar NL
hintergehen
-
kassieren
-
Verbreiter
-
unverbesserlich
-
Schlechtwetter
-
Löblichkeit
-
Handeln
-
Zutritt verschaffen
-
Seismologie
-
Staubhaufen
-
Anleihekapital
-
Halbedelstein
-
Sonderling
-
so
-
justitiell
-
bauchreden
-
Schmeichler
-
Feilsel
-
ander
-
Rückweg
-
ohne Geräusch
-
Zelte
-
zermahlen
-
Schraube
-
untergeordnet