Vertaling hefvermogen van Nederlands naar Spaans

zuinigheidshalve - glasstuk - gaskraan - voordeeltje - viltstift - cijferlijst - vitaliteit - iets soldaat maken - denigreren - lid van een polderbestuur - liefdadigheid - handwerksgilde - suikerlaag - katoenstruik - lekker vinden - eeuwenoud - bereizen - hoenderkooi - adequaat - wisselbanken - van plan zijn - omroepers - doen en laten - spiegelzaal - grijs wordend