Vertaling haven van Nederlands naar Duits

havenbelasting - beschaven - laadhaven - toevluchtshaven - schaven - havenarbeider - havengelden - havenleiding - havenbestuur - vluchthaven - havenbedrijf - loshaven - getijhaven - havenplaats - bestemmingshaven - havenstad - havendam - havengeld - bijschaven - zeehaven - havencomplex - haven binnenvaren - goederenhaven - luchthaven - transitohaven

varkenssnuit - praalgraf - rijksbeurs - reisgenoot - hol vat - serviel - gezocht - onderhouden - picaro - polijststeen - op het randje - das - usurpatie - manier van denken - slangenmens - met twee zitplaatsen - fietspad - trekharmonica - bolkap - verticale lijn - rasidioot - kinderkopjes - ontmaskeren - leep - zilverhoudend