Cookievoorkeuren

Deze website gebruikt alleen cookies voor het tonen van advertenties en het bijhouden van bezoekersaantallen. Er worden geen persoonlijke gegevens opgeslagen.

Afwijzen Accepteren

Dictionary.nl

Vertalen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Synoniemen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Rijmen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Vertalen
Synoniemen
Rijmen
Links

Home
Vertalen
DuitsDE
NederlandsNL
Hauswirt

Vertaling Hauswirt van Duits naar Nederlands

Wat is Hauswirt in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van Hauswirt van DE naar NL.

Hauswirt der ~ (Vermieter)
[zelfstandig naamwoord]

pensionhouder de ~

Hauswirt der ~ (Pförtner)
[zelfstandig naamwoord]

conciërge de ~

portier de ~

Te vertalen

Van

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Naar

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Woorden die beginnen of eindigen met Hauswirt

Hauswirtschaftsschule

Recente vertalingen van DE naar NL

vorstehend - Testikel - gute Qualität - verlottern - Schäfer - Schulhöfe - Zuckerbeutel - leerstehen - Kursberechnung - Dachfenster - per Stunde - aufgefangen - Kursblätter - Tageskurs - Karikaturzeichner - Sägewerker - gespenstisch - vorfanfahren - Geistesstörung - Päderast - Gast - abfließen lassen - leiten - männlicher Esel - Dienstleistungszentrum

Reinier Korth - Freelance Web Developer