1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. Haushalt

Vertaling Haushalt van Duits naar Nederlands

Wat is Haushalt in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van Haushalt van DE naar NL.

Haushalt der ~ (Budget)
[zelfstandig naamwoord]
budget het ~
begroting de ~

Woorden die beginnen of eindigen met Haushalt

Haushaltung - Haushaltsbuch - Haushaltspersonal - Haushaltliche Verordnung - Haushaltsaushilfskraft - Haushalten - Haushaltsschule - Haushaltshilfe - Wärmehaushalt - Haushaltungskunde - haushaltlich - Haushaltsdefizit - Haushaltsseife - Haushaltsposten - Haushaltsgeld - Haushaltswage - Haushaltswaage - Hilfe im Haushalt - Haushaltsberatung

Recente vertalingen van DE naar NL

Kader - Verfolger - Einmachzwiebeln - Kursist - Torsos - Sandstein - Honorar - Lehrausflug - pubertär - versiegeln - Sprachpraktikum - abbinden - sichbessern - Kupferdraht - säuerlich - Typographie - Wohlgemeintheit - Ballast - Schirmdach - Pinkeln - Steigeisen - Steinmörtel - 1 Tausend - Gedankenübertragung - Körperwärme
Reinier Korth - Freelance Web Developer