Vertaling hard van Nederlands naar Zweeds

hardzeiler - hardvallen - hardglas - hardhout - harde slag - hardrijderij - hard worden - hardhorigheid - hardsoldeer - verhard - hardhandigheid - hardrijders - hardhoofdig - steenhard - hardheid van de wet - harddraven - hardlopend - hard drillen - hardvochtig - zeer hard - hardnekkigheid - hardigheid - hardstikke doof - hardleers - hard nodig

hertshoorn - kielhalen - tekenzalen - kerstgeschenk - klassevooroordeel - vullis - voorbehoud - bedelven - branie - extract - kinderbijbel - oliekan - filtering - ijsdek - bindgaren - sprongsgewijs - lachlust - zenuwstelsel - heersen over - ge - debiteure - kijkdagen - keuringsdienst van waren - ruim drukken - vleeskleurig