Vertaling hacer negocios van Spaans naar Nederlands
Wat is hacer negocios in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van hacer negocios van ES naar NL.
hacer negocios el ~
(negociar)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
handel
de ~
handelsverkeer
het ~
koophandel
de ~
nering
de ~
ruilverkeer
het ~
Woorden die beginnen of eindigen met hacer negocios
Recente vertalingen van ES naar NL
quemadura
-
tocar la flauta
-
carta de ajuste
-
estimular
-
documento de identidad
-
diosecillo
-
cítricos
-
sermonear
-
vestíbulo de estación
-
concluido
-
retribuir
-
nada apetitoso
-
dearrollarse
-
cama plegable
-
mascarón de proa
-
agencia marítima
-
cuarto de estudio
-
proclamar
-
empujando
-
relampaguear
-
reidor
-
varicoso
-
gueto
-
galocha
-
correa de delantal