1. Home
  2. Vertalen
  3. FR
  4. NL
  5. grossir

Vertaling grossir van Frans naar Nederlands

Wat is grossir in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van grossir van FR naar NL.

grossir (sélever)
[werkwoord]
omhoogstijgen
aanwassen de ~
omhoog komen
omhoog rijzen
rijzen
stijgen
grossir (enfler)
[werkwoord]
uitzwellen
uitdijen
grossir (sépaisser)
[werkwoord]
verdikken
dikker worden
grossir (gonfler)
[werkwoord]
uitdijen
dik worden
opzwellen
grossir (samplifier)
[werkwoord]
toenemen
aangroeien
aanwassen de ~
aanwinnen
aanzwellen
de hoogte ingaan
gedijen
groeien
groter worden
omhooggaan
opzetten
stijgen
vermeerderen
grossir (amplifier)
[werkwoord]
talrijker maken
uitbreiden
vergroten
vermeerderen
grossir (exagérer)
[werkwoord]
overdreven voorstellen
aandikken
opblazen
opkloppen
opschroeven
overdrijven
grossir (gonfler)
[werkwoord]
opzwellen
zwellen
grossir (exploser)
[werkwoord]
laten exploderen
opblazen
grossir (exagérer)
[werkwoord]
iets overdreven voorstellen
aandikken
opblazen
opkloppen
overdrijven
grossir (épaissir)
[werkwoord]
geconcentreerder worden
dikker worden
stollen
grossir (étendre)
[werkwoord]
expanderen
openen
uitbouwen
uitbreiden
uitdijen
verbreiden
vermeerderen
verruimen
verwijden
grossir (bomber)
[werkwoord]
bollen de ~
opbollen

Recente vertalingen van FR naar NL

marine nationale - coincement - colonne de mercure - se marier - commission de sécurité - affûteuse - en miniature - congeler - combat davant-garde - majestueusement - serpillière - plus clair - dernière - tenailles - pauvre en matières grasses - croûte - destructible - respirer avec soulagement - action juridique - rivalité - piétinement - scolastique - sténographique - route à quatre bandes - cyanogène
Reinier Korth - Freelance Web Developer