Vertaling Glaube van Duits naar Nederlands

Glaube der ~ (Überzeugung)
[zelfstandig naamwoord]

overtuigdheid

overtuiging de ~

Glaube der ~ (Vermuten)
[zelfstandig naamwoord]

vermoeden het ~

veronderstelling de ~

Glaube der ~ (Meinung)
[zelfstandig naamwoord]

opinie de ~

mening de ~

overtuiging de ~

Glaube der ~ (Gottesdienst)
[zelfstandig naamwoord]

godsdienst de ~

geloof het ~

religie de ~

Glaube der ~ (Glaubensüberzeugung)
[zelfstandig naamwoord]

geloofsovertuiging de ~

confessie de ~

geloof het ~

gezindheid de ~

gezindte de ~

Wat is Glaube in het Nederlands?