1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. gewöhnlich

Vertaling gewöhnlich van Duits naar Nederlands

Wat is gewöhnlich in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van gewöhnlich van DE naar NL.

gewöhnlich (alltäglich)
[bijvoeglijk naamwoord]
gangbaar
courant de ~
gebruikelijk
gewoon
gewöhnlich (meistens)
[bijvoeglijk naamwoord]
doorgaans
algemeen
gemeenlijk
gewoonlijk
meestal
merendeels
normaliter
over het algemeen
gewöhnlich (anspruchslos)
[bijvoeglijk naamwoord]
lichtwegend
licht
gewöhnlich (anspruchslos)
[bijvoeglijk naamwoord]
zonder pretenties
gewöhnlich (gebräuchlich)
[bijvoeglijk naamwoord]
normaal
gewoon
gewöhnlich (alltäglich)
[bijvoeglijk naamwoord]
niets bijzonders
alledaags
eenvoudig
gewoon
ordinair
gewöhnlich (gewohnheitsmäßig)
[bijvoeglijk naamwoord]
gewoontegetrouw
gewöhnlich (bedeutungslos)
[bijvoeglijk naamwoord]
triviaal
futiel
nietsbetekenend
nietszeggend
onbeduidend
onbelangrijk
onbenullig
onbetekenend
weinigzeggend
gewöhnlich (regulär)
[bijvoeglijk naamwoord]
regulier
geregeld
op vaste tijden
regelmatig
gewöhnlich (mühelos)
[bijvoeglijk naamwoord]
moeiteloos
in een handomdraai
vanzelf
zonder moeite
gewöhnlich (vulgär)
[bijvoeglijk naamwoord]
vulgair
grof
ordinair
plat
platvloers
gewöhnlich (schlicht)
[bijvoeglijk naamwoord]
ongekunsteld
eenvoudig
natuurlijk

Woorden die beginnen of eindigen met gewöhnlich

Gewöhnlichkeit - gewöhnlicherweise - ungewöhnlich - außergewöhnlich

Recente vertalingen van DE naar NL

Kunstgärtnerei - Hofzeremonie - Kostenvoranschlag - Banderole - synkopisch - Anhaken - vermögend - überhitzen - erproben - tolerierte - Kopfstein - Beschuldigung - beibringen - Uhrarmbänder - Verdunstung - Beilage - Kopplung - Rebus - Vorwort - begleiten - Anklopfen - Leid zufügend - nahrhaft - Studiendirektor - Gipsornament
Reinier Korth - Freelance Web Developer