Vertaling gehouden van Nederlands naar Zweeds

ingehouden - afgehouden - opgehouden - uitgehouden - volgehouden

keuze - verschoten - snijbonenmolen - seinvuurpijl - houtkrul - gewis - taalstrijd - schachten - kuuroord - trachea - verwoorden - goedgevormd - wetenschappelijke graad - militie - televisie - vrolijker worden - doorgereden - ten einde lopen - slaginstrumenten - gestapeld - besturen - ruilobject - koelen - commentariëren - uitgegeven boek