Vertaling Gebrauch van Duits naar Nederlands
Wat is Gebrauch in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Gebrauch van DE naar NL.
Gebrauch der ~
(Anwendung)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
usance
de ~
gebruik
het ~
gewoonte
de ~
traditie
de ~
Gebrauch der ~
(Handhabung)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
hantering
de ~
aanwending
de ~
behandeling
de ~
gebruik
het ~
Woorden die beginnen of eindigen met Gebrauch
Gebrauchsgüter
-
Gebrauchsartikel
-
unmäßiger Gebrauch
-
Wortgebrauch
-
Gebrauchswert
-
gebrauchsfertig
-
gebrauchsfreundlich
-
Gebrauchsgegenstand
-
gebrauchen
-
gebrauchsfähig
-
Gebrauchnahme
-
gebraucht
-
Gebrauchsanleitung
-
Gebrauchtwarenhändler
-
Sprachgebrauch
-
Gebrauchtwagenverkauf
-
Gebrauchswaren
-
außer Gebrauch
-
Gebrauchsanweisung
-
Gebrauchsgut
Recente vertalingen van DE naar NL
Zartheit
-
Vorzimmer
-
etablieren
-
Flecken
-
verfolgen
-
Jugendliebe
-
Kricket spielen
-
Ursachen
-
Hamster
-
Marsch Uniform
-
schief wachsen
-
wieder zurück
-
gemeint
-
bezweifeln
-
einsenden
-
frieren
-
Muschelmarmor
-
edle Teile
-
Studentenzeitung
-
Erpressung
-
stock betrunken
-
Merkwürdigkeit
-
Kreditoren
-
Taktstöcke
-
Kleidergeld