Vertaling gebouw van Nederlands naar Frans
Wat is gebouw in het Frans?
Hieronder vind je de vertaling van gebouw van NL naar FR.
gebouw de ~
(bouwwerk)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
bâtiment
le ~
bâtisse
la ~
construction
la ~
immeuble
le ~
lot
le ~
lotissement
le ~
maison
la ~
monument
le ~
parcelle
la ~
parcelle de terrain
la ~
terrain vague
le ~
terrain à bâtir
le ~
édifice
le ~
Woorden die beginnen of eindigen met gebouw
bijgebouw
-
schoolgebouw
-
vervallen gebouw
-
rijksgebouw
-
hoofdgebouw
-
torengebouw
-
waaggebouw
-
gebouwen
-
kerkgebouw
-
stadsgebouw
-
veilinggebouw
-
kantoorgebouw
-
ruimte in een gebouw
-
gerechtsgebouw
-
hulpgebouw
-
bankgebouw
-
gebouwd
-
noodgebouw
-
regeringsgebouw
-
poortgebouw
-
flatgebouw
-
rechtsgebouw
-
kloostergebouw
-
stationsgebouw
-
stalgebouw
Recente vertalingen van NL naar FR
zinkput
-
dwarswind
-
alreeds
-
aanbreken van de dag
-
knuffen
-
cellofaan
-
kolossaal
-
volwassenheid
-
naar de knoppen
-
ingelast
-
ter wereld gekomen
-
boekenwurm
-
kattepoot
-
emotieloos
-
tot het genoemde
-
financieringstekort
-
steunen
-
kachelpijp
-
klankvol
-
eeuwigheid
-
afgeven op
-
onvermoed
-
zoetsappig
-
valutadatum bankzaken
-
op dezelfde wijze