1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. ES
  5. frisch

Vertaling frisch van Duits naar Spaans

Wat is frisch in het Spaans?

Hieronder vind je de vertaling van frisch van DE naar ES.

frisch (frostig)
[bijvoeglijk naamwoord]
fresco el ~
frisch (frischgebacken)
[bijvoeglijk naamwoord]
nuevo el ~
fresco el ~
frisch (unbenutzt)
[bijvoeglijk naamwoord]
desinflado
agotado
astuto
ciego el ~
creído
desocupado
engreído
entero
exhausto
falso el ~
imperturbable
impertérrito
impávido
inalterable
inmutable
intacto
moderno
no atacado
no corroído
nuevo el ~
ocioso
pijo el ~
presumido el ~
reciente
sereno
sin afectación
sin emoción
sin probar
sin usar
vacuo el ~
vacío el ~
vanal
vanidoso el ~
vano el ~
virgen la ~
íntegro
frisch (unverdorben)
[bijvoeglijk naamwoord]
no estropeado
fresco el ~
intacto
no corrompido
frisch (agitiert)
[bijvoeglijk naamwoord]
agitado
acalorado
activo el ~
agitadamente
alegre
animado
ardiente
caliente
despierto
excitado
nervioso
vivo el ~
frisch (frischgebacken)
[bijvoeglijk naamwoord]
recién salido del horno
fresco el ~
frisch (kühl)
[bijvoeglijk naamwoord]
fresco el ~
fresquito
frío el ~
frisch (farbenfroh)
[bijvoeglijk naamwoord]
de colores vivos
abigarrado
llamativo
vistoso
frisch (blühend)
[bijvoeglijk naamwoord]
próspero
frisch (rein)
[bijvoeglijk naamwoord]
puro
casto
inmaculado
inocente
limpio
frisch (kühl)
[bijvoeglijk naamwoord]
fresco el ~
airado
despreocupado
ligero
frisch (geschäftig)
[bijvoeglijk naamwoord]
activo el ~
agitado
alegre
animado
ardiente
atareado
de buen humor
despierto
festivo
frecuente
intenso
ocupado
prolífero
recargado
vigoroso
vivo el ~
frisch (knallbunt)
[bijvoeglijk naamwoord]
de tonos vivos
alegre
floreciente
llamativo
vistoso
frisch (zeitgenössisch)
[bijvoeglijk naamwoord]
actual
al día
característico de la época
contemporáneo
corriente la ~
de ahora
de hoy
hoy en día
in
modernizado
modernizar
moderno
nuevo el ~
presente el ~
reciente
frisch (blühend)
[bijvoeglijk naamwoord]
alegre
lleno de color
vivo el ~
frisch (seelenruhig)
[bijvoeglijk naamwoord]
estoico el ~
calmo
impasible
indiferente
sereno
sosegado

Woorden die beginnen of eindigen met frisch

Frische - frischer Anmut - Frischhaltepackung - frisch gebackener Vater - frisch von der Presse - Frischling - ganz frisch - Frischheit - frisch geschlachtet - frischgebacken

Recente vertalingen van DE naar ES

Durchschnitt - Kolonialwarenhandlung - Einhalt gebieten - Verfassung - Dunghaufen - zurückscheinen - Freßsack - Schleppdienst - Vorlesung - Diebesgüter - plastik - Notenbuch - Garnrolle - qualifiziert - auf den Leim gehen - Gänseblümchen - Duell - abholzen - Vorzimmer - Stadtbibliothek - Moor - Urin - Gewürznelke - Speiseschrank - selbstgemacht
Reinier Korth - Freelance Web Developer