Vertaling Fleiß van Duits naar Nederlands
Wat is Fleiß in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Fleiß van DE naar NL.
Fleiß der ~
(Arbeitseifer)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
vlijt
de ~
ijver
de ~
nijverheid
de ~
werklust
de ~
werkzaamheid
de ~
Fleiß der ~
(Aktivität)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
activiteit
de ~
arbeid
de ~
bedrijvigheid
de ~
bezigheid
de ~
werkzaamheid
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Fleiß
Recente vertalingen van DE naar NL
Salzbrezel
-
Tagesarbeit
-
Spielteufel
-
Hineinkriechen
-
Mannloch
-
ausgehend
-
im Namen
-
Niederlande
-
Ionisierung
-
Wagenführer
-
Kanonenfutter
-
statisch
-
Balgerei
-
Landenge
-
Windeleimer
-
Schlaginstrumentche
-
Heldendichter
-
Korkmaschine
-
Überdruck
-
Kohlenwasserstoff
-
sich eingewöhnen
-
Dorfgemeinschaftshaus
-
Teenie
-
hineintun
-
sich etwas beschaffen