Vertaling Fisch van Duits naar Nederlands
Wat is Fisch in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Fisch van DE naar NL.
Fisch der ~
vis
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Fisch
Lanzettfisch
-
Fischköpfe
-
Fischzüchterei
-
Fischerboot
-
Fischplatte
-
Fischgründe
-
höfisch
-
Fischereigerät
-
sauertöpfisch
-
Salzwasserfisch
-
Fischmehl
-
Thunfisch
-
Fischversteigerung
-
Fischhalle
-
Fischhändler
-
Fischadler
-
Fischkorb
-
Schellfisch
-
Fischgrund
-
kleiner Fisch
-
Fischgeschmack
-
Fischzeug
-
Fischmarkt
-
Fischzüchter
-
Kofferfisch
Recente vertalingen van DE naar NL
Bangigkeit
-
glanzvolle Fest
-
speichern
-
Hauptschuld
-
Feuerrost
-
Fürstenhaus
-
Mitgliedschaft
-
auf die Gefahr aufpassen
-
freigemacht
-
Manege
-
Languste
-
Kinnbacken
-
Deichvorland
-
anstürmen
-
Eitelkeit
-
Hauptanführer
-
Roß
-
halsüberkopf
-
Vorderreifen
-
Knospe
-
Abfolge
-
bescheinen
-
mäkelig
-
ungeübt
-
rollenfest