Cookievoorkeuren

Deze website gebruikt alleen cookies voor het tonen van advertenties en het bijhouden van bezoekersaantallen. Er worden geen persoonlijke gegevens opgeslagen.

Afwijzen Accepteren

Dictionary.nl

Vertalen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Synoniemen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Rijmen
- Nederlands
- Engels
- Duits
- Spaans
- Frans
- Zweeds
Vertalen
Synoniemen
Rijmen
Links

Home
Vertalen
DuitsDE
NederlandsNL
Ferientag

Vertaling Ferientag van Duits naar Nederlands

Wat is Ferientag in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van Ferientag van DE naar NL.

Ferientag der ~ (Urlaubstag)
[zelfstandig naamwoord]

vakantiedag de ~

Ferientag der ~ (Feiertag)
[zelfstandig naamwoord]

vrije dag

Te vertalen

Van

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Naar

NLNederlands ENEngels DEDuits ESSpaans FRFrans SEZweeds

Recente vertalingen van DE naar NL

Gußeisen - hinterher - kleineSchwanz - escalieren - Abgesandten - Oberstock - Heldenzeit - Lektorat - Dampfleitung - Einfalt - andauernd nachrechnen - frei kommen - Kinderköpfe - Vorurteil gegen andere Rassen - akademische Kreise - hinabfließend - Ausübung - Bausteine - abschäumen - Bruchstellen - Kirchenbrief - Informant - Tanz - vergraulen - Kommandoflagge

Reinier Korth - Freelance Web Developer