1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. faseln

Vertaling faseln van Duits naar Nederlands

Wat is faseln in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van faseln van DE naar NL.

faseln (quatschen)
[werkwoord]
leuteren
faseln (brabbeln)
[werkwoord]
lallen
bazelen
wauwelen
faseln (murmeln)
[werkwoord]
ontevreden mompelen
morren
murmeren
faseln (sichekligbenehmen)
[werkwoord]
griepen
etteren
klieren
zeiken
faseln (sprechen)
[werkwoord]
praten
babbelen
kakelen
klappen de ~
kletsen
kwebbelen
kwekken
kwetteren
snateren
spreken
wauwelen
zwammen
faseln (Unsinn reden)
[werkwoord]
onzin uitkramen
ijlen
kletsen
onzin verkopen
raaskallen
wartaal spreken
faseln (miteinander sprechen)
[werkwoord]
een conversatie hebben
communiceren
in contact staan
praten
spreken

Recente vertalingen van DE naar NL

geteilt - Grundbedeutung - staunen - Niederländerin - durchdiskutieren - uninteressiert - hochfrequent - Stadtarchitekt - Ingebrauchnahme - unlogisch - Segeljacht - Schaufenster - Speisekessel - Odem - phlegmatisch - Kristallbildung - leitend - Zutun - Stechfliege - hindurchhauen - Hafengebiet - sündhaft - geteild - geistlich - Untergebenheit
Reinier Korth - Freelance Web Developer