Vertaling excès van Frans naar Nederlands

excès le ~

overmaten

excès le ~

overdaden

excès le ~ (crise de colère)
[zelfstandig naamwoord]

woede-uitbarsting de ~

uitspatting de ~

excès le ~ (exagération)
[zelfstandig naamwoord]

overdrevenheid

excès le ~ (extrême)
[zelfstandig naamwoord]

uiterste het ~

grens de ~

limiet de ~

excès le ~ (surplus)
[zelfstandig naamwoord]

teveel het ~

overdaad de ~

overmaat de ~

surplus het ~

excès le ~ (abondance)
[zelfstandig naamwoord]

overvloed de ~

buitensporigheid de ~

exces het ~

overdaad de ~

excès le ~ (libertinage)
[zelfstandig naamwoord]

losbandigheid de ~

bandeloosheid de ~

buitensporigheid de ~

uitspatting de ~

zedeloosheid de ~

excès le ~ (démesure)
[zelfstandig naamwoord]

grenzeloosheid de ~

mateloosheid de ~

excès le ~ (excentricité)
[zelfstandig naamwoord]

buitensporigheid de ~

buitenissigheid de ~

exces het ~

uitspatting de ~

uitwas de ~

Wat is excès in het Nederlands?