Vertaling Erzählung van Duits naar Nederlands

Erzählung die ~ (Märchen)
[zelfstandig naamwoord]

sprookjesverhaal

sprookje het ~

Erzählung die ~ (Märchen)
[zelfstandig naamwoord]

verzinsel het ~

bedenksel het ~

fabel de ~

fictie de ~

leugen de ~

sprookje het ~

verdichting de ~

verdichtsel het ~

Erzählung die ~ (Geschichte)
[zelfstandig naamwoord]

vertelsel het ~

geschiedenis de ~

relaas het ~

verdichtsel het ~

verhaal het ~

verhaaltje het ~

vertelling de ~

Erzählung die ~ (Bericht)
[zelfstandig naamwoord]

recital het ~

Wat is Erzählung in het Nederlands?