Vertaling engel van Nederlands naar Duits
Wat is engel in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van engel van NL naar DE.
engel de ~
(hemelgeest)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Gottgesandte
der ~
Engel
der ~
Himmelsbewohner
der ~
Himmlische
der ~
engel de ~
(lief persoon)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
liebe Person
die ~
Engel
der ~
Gottgesandte
der ~
Himmelsbewohner
der ~
Himmlische
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met engel
aartsengel
-
engelen
-
jengel
-
engelachtig
-
zwengel
-
engelengeduld
-
zoutstengel
-
stengel
-
Engeland
-
bengel
-
tengel
-
hengel
-
werphengel
-
engelenhaar
-
vishengel
-
rietstengel
-
beschermengel
-
engels
-
Engels
-
Engelsman
-
engeltje
Recente vertalingen van NL naar DE
omvallen
-
botanicus
-
voetbalelftal
-
buitenwand
-
wellustig
-
banvloek
-
strafregisters
-
jampot
-
toverkunst
-
doorvoer
-
koppelverkoop
-
kasgroente
-
bliksemen
-
gebod
-
opzetting
-
eerste pinksterdag
-
bewijs van ontvangst
-
vertelkunst
-
waarvoor dan ook
-
aanvangscursus
-
klankgeluid
-
oversteekplaatsen
-
bewegingsleer
-
nemen
-
vervalsen