Vertaling Einrichtung van Duits naar Nederlands

Einrichtung die ~ (Ausstattung)
[zelfstandig naamwoord]

aankleding de ~

decoratie de ~

inrichting de ~

versiering de ~

Einrichtung die ~ (Irrenanstalt)
[zelfstandig naamwoord]

krankzinnigeninrichting

dolhuis

gekkenhuis het ~

gesticht het ~

inrichting de ~

krankzinnigengesticht het ~

psychiatrische inrichting

Einrichtung die ~ (Pflege)
[zelfstandig naamwoord]

verpleging de ~

verzorging de ~

zorg de ~

Einrichtung die ~ (Anordnung)
[zelfstandig naamwoord]

rangschikking de ~

arrangement het ~

indeling de ~

opstelling de ~

ordening de ~

schikking de ~

Einrichtung die ~ (Instanz)
[zelfstandig naamwoord]

organisatie de ~

instantie de ~

instelling de ~

lichaam het ~

Einrichtung die ~ (Abzeichen)
[zelfstandig naamwoord]

merkteken het ~

kenteken het ~

onderscheidingsteken het ~

Einrichtung die ~ (Dekoration)
[zelfstandig naamwoord]

decoratie de ~

aankleding de ~

Wat is Einrichtung in het Nederlands?