1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. EN
  5. einfach

Vertaling einfach van Duits naar Engels

Wat is einfach in het Engels?

Hieronder vind je de vertaling van einfach van DE naar EN.

einfach
simply
einfach (nicht hochmütig)
[bijvoeglijk naamwoord]
modest
einfach (lauter)
[bijvoeglijk naamwoord]
sheer
blatant
downright
plain
einfach (anspruchslos)
[bijvoeglijk naamwoord]
unpretentious
austere
modest
simple
sober
einfach (bar)
[bijvoeglijk naamwoord]
downright
absolute
straight the ~
einfach (echt)
[bijvoeglijk naamwoord]
genuine
actual
in truth
indeed
its true
real
really
to be sure
truly
einfach (sparsam)
[bijvoeglijk naamwoord]
austere
frugal
scanty
sober
einfach (anspruchslos)
[bijvoeglijk naamwoord]
light the ~
einfach (anspruchslos)
[bijvoeglijk naamwoord]
unpretentious
without pretentions
einfach (unkompliziert)
[bijvoeglijk naamwoord]
uncomplicated
easy
simple
einfach (allgemein)
[bijvoeglijk naamwoord]
usual
common the ~
commonly
customary
habitual
ordinarily
ordinary
quite common
einfach (diskret)
[bijvoeglijk naamwoord]
discreet
considerate
modest
einfach (einfacher Herkunft)
[bijvoeglijk naamwoord]
of simple origin
humble
modest
simple
einfach (kurzerhand)
[bijvoeglijk naamwoord]
simply
just
einfach (bequem)
[bijvoeglijk naamwoord]
comfortable
einfach (nur so)
[bijvoeglijk naamwoord]
just like that
without any warning
einfach (schlicht)
[bijvoeglijk naamwoord]
grave the ~
demure
sedate
sober
einfach (mühelos)
[bijvoeglijk naamwoord]
effortless
easy
free the ~
freely
einfach (demütig)
[bijvoeglijk naamwoord]
humble
meek
modest
unobtrusive
einfach (schlicht)
[bijvoeglijk naamwoord]
unaffected
einfach (nicht schwer)
[bijvoeglijk naamwoord]
not difficult
easily
easy
effortless
not hard
simple
einfach (niederträchtig)
[bijvoeglijk naamwoord]
vile
mean
pedestrian the ~
einfach (kurzerhand)
[bijvoeglijk naamwoord]
thoughtlessly

Woorden die beginnen of eindigen met einfach

Einfachheit - einfacher Herkunft - einfacher - nicht einfach - ganz einfach

Recente vertalingen van DE naar EN

sich verschwören - Massenerzeugung - Kreditbrief - eingewickelt in - kleine Maßstäbe - Stattfinden - durcheinanderwerfen - Eheschließung - Warenhaus - voranschlagen - aufbrennen - unveräußerlich - Vorwände - Pedant - Urbanisation - Zungenküsse - zaghaft - nachsinnen über - Trupp - betrauern - mich - nukleare Rüstung - Monatsheft - Anwesenheit - überschreiten
Reinier Korth - Freelance Web Developer