Vertaling dobbelaar van Nederlands naar Zweeds

gekir - imbeciliteit - weerhaak - claxon - geurwater - peperduur - inhalen - verduren - gelijktijdigheid - burgemeester - ignoreren - zijlijn - aanhouden op - kledij - trolley - bengelachtig - omwisselbaar - statutair - zwijgzaam - dienst bij het rijk - dove - lezerspubliek - bruidssluier - stoomgemaal - spreekfout